Overuren uitbetalen

×
Ga terug naar het overzicht

In deze blog:

Overuren uitbetalen

Overuren uitbetalen

Voor een werkgever kan het lastig zijn om precies in te schatten hoeveel uren hij zijn werknemer nodig heeft. Daarom wordt in de arbeidsovereenkomst meestal een vast aantal uren overeengekomen. In drukkere perioden of bij veel ziekmeldingen kan het voorkomen dat een werknemer meer uren moet werken dan is overeengekomen. Dit noemt men overuren of overwerk. Bestaat er eigenlijk een plicht tot het maken van overuren? En heeft een werknemer altijd recht op uitbetaling van gewerkte overuren? In deze blog wordt toegelicht hoe werkgevers en werknemers met overuren moeten omgaan. Niet alleen de vraag of overuren uitbetaald moeten worden, maar ook vragen over aanpassing van de arbeidsduur en regels uit de Arbeidstijdenwet passeren in deze blog de revue.  

De plicht tot overwerken

Een plicht tot het maken van overuren kan op meerdere manieren geregeld zijn. Vaak is hier iets over te vinden in de arbeidsovereenkomst of de toepasselijke cao. Zie bijvoorbeeld de volgende bepaling (artikel 21) uit de cao Metaalbewerkingsbedrijf

“In een periode van 4 weken kan de werkgever de werknemer maximaal 10 uur langer laten werken dan op zijn dienstrooster staat. Maar alleen in situaties waarin dat mag volgens de Arbeidstijdenwet. En van de werkgever wordt verlangd daarbij rekening te houden met de persoonlijke situatie van de werknemer.”

De plicht tot het maken van overuren kan daarnaast voortvloeien uit gewoonte. In sommige bedrijfstakken is overwerken eerder regel dan een uitzondering. Denk bijvoorbeeld aan advocatenkantoren. Hoe gebruikelijker overwerken in een bepaalde bedrijfstak is, hoe eerder een werknemer hiertoe verplicht kan worden.

Ten slotte kan de plicht tot het maken van overuren voortvloeien uit de redelijkheid en billijkheid. Hierbij moet men denken aan onvoorziene omstandigheden en calamiteiten. Een IT-medewerker kan bijvoorbeeld niet zomaar naar huis gaan voordat een (grote) storing in de systemen van de onderneming is verholpen. De onderneming zou anders grote schade lijden. Gaat de IT-medewerker toch naar huis dan handelt hij wellicht in strijd met goed werknemerschap.  

Overuren uitbetalen: vergoeding voor overwerk

De vraag of voor overuren betaald moet worden hangt af van de afspraken die hierover zijn gemaakt. Zo zou men bijvoorbeeld overeen kunnen komen dat overuren worden gecompenseerd met extra vrije uren (tijd voor tijd regeling). Ook zijn overuren bij sommige beroepen verdisconteerd in het overeengekomen loon. In veel gevallen zal de arbeidsovereenkomst en/of de cao een regeling kennen waaruit blijkt of overuren worden uitbetaald, en zo ja tegen welk bedrag.

Soms is over de vergoeding voor overuren niets geregeld. Dit betekent niet automatisch dat de werkgever een vergoeding verschuldigd is als de werknemer overwerkt. Vast moet komen te staan dat de werkgever het maken van overuren heeft opgedragen, of hier (impliciet of expliciet) mee heeft ingestemd. Als dit vaststaat, moet de werkgever de overuren uitbetalen, anders in principe niet. Wat nog relevant kan zijn is of overuren in het verleden wél zijn uitbetaald. Dan kan een werknemer er soms een beroep op doen dat hij er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de overuren later opnieuw uitbetaald zouden worden.

Het niet betalen van overwerk mag in geen geval in strijd zijn met de Wet op het Minimumloon.

Klachtplicht

Werknemers lopen een risico als ze te lang wachten met het claimen van een vergoeding voor gewerkte overuren. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 5 april 2022 (ECLI:NL:GHAMS:2022:1060). In dit arrest stond een loonvordering een werknemer centraal, die zich op het standpunt stelde dat hij gedurende meerdere jaren (van 2012 tot 2017) recht had op uitbetaling van gewerkte overuren. Hij had hierover pas bij de werkgever geklaagd toen hij al bijna twee jaar bij het bedrijf uit dienst was.

Het Gerechtshof Amsterdam vond dat de werknemer eerder bij de werkgever had moeten klagen. Het Gerechtshof Amsterdam vond het van belang dat de werknemer maandelijks salarisstroken had gekregen en er structureel overuren uitbetaald werden. Als de werknemer het niet eens was met de uitbetaalde overuren, had hij hier meteen iets van moeten zeggen. Door dit niet tijdig te doen, had de werknemer volgens het Gerechtshof Amsterdam gehandeld in strijd met de klachtplicht uit artikel 6:89 BW. Het Gerechtshof Amsterdam wees de loonvorderingen af.

Structureel overwerk

Als een werknemer structureel overwerkt, kan hij de werkgever vragen om zijn arbeidsduur aan te passen. Stel dat een werknemer met een contract van 36 uur wekelijks structureel vier overuren maakt. Feitelijk werkt de werknemer dus 40 uur in de week. Dan kan de werknemer een verzoek doen tot aanpassing van de arbeidsduur. Bij een dergelijk verzoek wordt gekeken naar de gemiddelde arbeidsduur in de afgelopen drie maanden. De werkgever is verplicht om met verzoek akkoord te gaan, tenzij dit op grond van zwaarwegende bedrijfsbelangen of dienstbelangen niet van hem is te verwachten.

De werknemer moet het verzoek indienen uiterlijk twee maanden voordat de werknemer de nieuwe arbeidsduur wil laten ingaan. De werknemer moet wel minstens een half jaar in dienst zijn om hier een beroep op te kunnen doen.

De Arbeidstijdenwet

Hoeveel overuren een werknemer mag maken volgt uit de Arbeidstijdenwet. In deze wet is bepaald wat de regels zijn met betrekking tot de maximale arbeidstijden en arbeidsduur. Het uitgangspunt voor de werknemer ouder dan achttien jaar is als volgt:

  • men mag arbeid verrichten voor maximaal 12 uren per dienst;
  • gedurende maximaal 60 uren per week;
  • gemiddeld 48 uren per week in een periode van 16 aaneengesloten weken; en
  • men heeft recht op een onafgebroken rusttijd van ten minste 36 uren in elke aaneengesloten periode van 7 maal 24 uren.

De wet  maakt een uitzondering voor gevallen waarin zich plotseling een onvoorziene situatie voordoet, waardoor de arbeid niet kan worden uitgesteld (zoals de onmiddellijke dreiging van letsel of ernstige schade aan goederen).  

Een werknemer die constateert dat de werkgever in strijd met de Arbeidstijdenwet handelt kan een klacht indienen bij de Arbeidsinspectie. De Arbeidsinspectie kan een onderzoek instellen bij de werkgever en eventueel een boete opleggen. De werkgever kan hiertegen in beroep bij de rechter.

De Arbeidstijdenwet is niet op iedereen van toepassing. Dit geldt bijvoorbeeld voor beroepssporters, medisch specialisten en wetenschappelijke onderzoekers. Ook vrijwilligers en kunstenaars zijn uitgezonderd. Verder zijn werknemers die ten minste driemaal het minimumloon verdienen uitgezonderd, mits zij geen gevaarlijk werk verrichten of nachtdiensten draaien. Onder omstandigheden is militair personeel en de politie ook van de Arbeidstijdenwet uitgezonderd.

Neem contact op

Ga terug naar het overzicht